Een halverwege de 19de eeuw in Zweden gevonden, middelgrote boom met een hoogte van circa 15 m. De kroon is smal zuilvormig. De bladeren zijn rond tot eirond en hebben een grof getande bladrand. Het matgroene blad is 3 - 8 cm groot en heeft een blauwgroene onderzijde. Jong blad is fraai bronskleurig. De herfstkleur is geel tot oranje. Door de lange bladsteel beweegt het blad al met weinig wind. Bloeit met mannelijke katjes en vormt dus geen vruchten. Bruikbaar voor landschappelijke beplantingen. Weinig gevoelig voor zeewind en strooizout. Winterhardheidszone: 2
