Middelgrote boom met een ovale kroon tot circa 10 m hoog en 8 m breed. De jonge twijgen zijn bruin tot roodbruin en na enkele jaren afbladderend zoals ook de bast van Prunus serrula. Oude bast donker grijsbruin en typisch bedekt met brede, horizontale lenticellen. De breed ovale bladeren zijn donkergroen. Omstreeks eind juni tot half juli verschijnen grote dichte pluimen met geelwitte bloemen. De bloemen geuren sterk en de geur doet denken aan Ligustrum. De bloemen worden gevolgd door donkerbruine houtige doosvruchten. Werd door Leonard Slater geselecteerd uit een groep zaailingen bij Sheridan Nurseries in Canada en verschilt van de soort door de duidelijk opgaande groeiwijze en uiteindelijk smallere kroon. Deze sering geeft de voorkeur aan een warme, zonnige standplaats en groeit op alle gronden mits niet te nat. Verdraagt ook kalk.